
Sikahert
Het sikahert is een hertachtige die van nature in Oost-Azië voorkomt. De soort kan schade aanrichten aan bosverjonging en de soortensamenstelling veranderen. Sikahert lijkt op edelhert en damhert en kan kruisen met edelhert waardoor de genetische zuiverheid bedreigd wordt.
Hoe herken ik een sikahert?
Het sikahert (Cervus Nippon) heeft ’s zomers een roodbruine vacht met geelwitte vlekken en ’s winters een donkergrijze tot zwarte vacht (mannetjes) of lichtbruine/grijze (vrouwtjes) vacht, meestal zonder of met onduidelijke vlekken. Kenmerkend zijn de witte spiegel (vlak op achterste rond de staart) met donkere rand en de korte witte staart met donkere streep.
De soort varieert sterk in formaat: vrouwtjes hebben een schouderhoogte van 60–95 cm en wegen 20–90 kg; mannetjes 65–115 cm en 30–140 kg. Vrouwtjes hebben geen gewei.
Het sikahert kan worden verward met edelhert en damhert. Het sikahert is even groot als een damhert, maar kleiner dan een edelhert. Het gewei van mannetjes lijkt op dat van een edelhert maar heeft minder vertakkingen (maximaal 8 einden).
Herkomst – Waar komt het sikahert vandaan?
Het sikahert komt van oorsprong uit Japan, Taiwan en Oost-Azië (China, Korea, Rusland en Vietnam). De soort geeft de voorkeur aan vochtige tot drassige loof- en gemengde bossen met een dichte ondergroei van struiken, maar komt ook voor in naaldbossen op vochtige bodem. In tegenstelling tot het edelhert, mijdt het sikahert open terrein. Het is een goede zwemmer en kan sprongen tot zes meter ver en twee meter hoog maken, maar beschikt over te weinig uithoudingsvermogen om lange afstanden af te leggen.
Sikaherten zijn voornamelijk actief in de ochtend- en avondschemering en ook wel ’s nachts. Ze verlaten dan de beschutting van de ondergroei om te grazen. Hun dieet bestaat uit grassen, zeggen, kruiden, twijgjes, jonge scheuten, vruchten en bessen (o.a. braam en framboos). Daarnaast eten ze eikels, boomschors, paddenstoelen en landbouwgewassen zoals maïs, tarwe, bieten en tuinbonen. Het voedselpatroon lijkt sterk op dat van het edelhert, maar bevat doorgaans meer kruiden en minder loofblad. Bovendien kan het sikahert beter dan het edelhert overleven op taaier en voedselarmer materiaal, waardoor het onder bepaalde omstandigheden concurrentiekrachtiger kan zijn dan het edelhert.
Mannetjes leven solitair of in kleine groepjes, vrouwtjes in roedels met kalveren. De bronst valt van eind september tot november. Na 7,5 maanden draagtijd wordt in mei of juni één kalf geboren. Sikaherten zijn geslachtsrijp na 16 à 18 maanden en zijn volgroeid na 4 jaar. Sikaherten kunnen in het wild ongeveer 10 jaar oud worden, met een maximale bekende leeftijd van circa 15 jaar.
Verspreiding – Waar komt het sikahert voor?
Het sikahert werd eind 19e eeuw als parkhert ingevoerd in West- en Midden-Europa (ook in Nieuw-Zeeland). Later verwilderde het in verschillende landen en vestigde zich in onder meer Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Litouwen, Nederland, Oostenrijk, Polen en Tsjechië. Het sikahert is vooral uitgezet voor de jacht, maar het wordt ook gehouden op boerderijen voor voedselproductie en in dierentuinen en hertenparken.
Verspreiding vond plaats doordat dieren bewust zijn losgelaten of zijn ontsnapt. In Nederland werd het sikahert in 2005 voor het eerst in de natuur waargenomen. In Nederland worden nog zelden vrijlevende exemplaren gemeld. De dieren die er nu voorkomen, onder andere in de Natura 2000-gebieden Noordhollands Duinreservaat en de Kennemerduinen, zijn allemaal ontsnapte dieren.
Het kan zich bij het huidige klimaat in vrijwel alle EU-lidstaten vestigen, met uitzondering van Cyprus en mogelijk Malta.
Risico’s - Wat zijn de problemen?
Sikaherten kunnen zich kruisen met edelherten, ook al zijn edelherten veel groter. De jongen die hieruit geboren worden, zijn vruchtbaar en kunnen weer verder kruisen met beide soorten. Zo ontstaan hybriden die soms meer op een sikahert lijken en soms meer op een edelhert. In het wild zijn deze kruisingen vaak lastig te herkennen. Waar beide soorten samen voorkomen, raakt de genetische zuiverheid van edelherten bedreigd. Hierdoor kunnen edelherten bijvoorbeeld kleiner worden, een sikagewei krijgen, anders roepen of op een ander moment bronstig zijn. Dit kan gevolgen hebben voor hun voortplanting en de ontwikkeling van populaties.
Als het sikahert zich vestigt, kan het totaal aantal hertachtigen in een gebied toenemen omdat ze in hogere aantallen voorkomen dan edelherten. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de natuur, bijvoorbeeld door overbegrazing. Hertachtigen veranderen het ecosysteem door veel te grazen en te knabbelen aan struiken en bomen. Hierdoor kan de natuurlijke verjonging van bossen vertragen en de samenstelling van de vegetatie veranderen. Zelfs bij lage aantallen hebben herten invloed op het ecosysteem omdat ze heel selectief eten. Dit kan ertoe leiden dat sommige plantensoorten verdwijnen en de soortenrijkdom afneemt, met gevolgen voor andere dieren. In verschillende Natura 2000-gebieden zou het sikahert zich kunnen vestigen. Bij hoge aantallen kunnen bossen blijvend veranderen, en bij het verwijderen van herten herstelt het systeem niet altijd vanzelf.
Het sikahert kan ook voedsel zoeken in (volks)tuinen en op landbouwgebieden, waardoor (vraat)schade kan ontstaan aan bijvoorbeeld bloembollen, gras, maïs, graan, aardappelen en suikerbieten.
Naast de ecologische en economische schade kan het sikahert ook een gezondheidsrisico vormen. De soort vormt een potentieel reservoir voor Mycobacterium bovis, de bacterie die rundertuberculose veroorzaakt. Aanrijdingen met auto’s of ander verkeer leiden niet alleen tot schade, maar vormen ook een risico voor de verkeersveiligheid.
Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?
Particulieren en dierentuinen die al sikaherten hadden voordat de EU-lijst van kracht werd, mogen deze dieren houden tot hun natuurlijke dood. Voorwaarde is wel dat ze niet kunnen ontsnappen of zich voortplanten. De grootste kans op nieuwe dieren in Nederland komt door verspreiding vanuit buurlanden, vooral Duitsland. Omdat kruisingen met edel- of damherten lastig te herkennen zijn, is extra alertheid nodig in grensgebieden. Ook ontsnappingen of loslatingen uit dierparken vormen een risico. Daarom zijn goede maatregelen tegen ontsnapping noodzakelijk. Het vrijlaten van dieren is verboden, en ontsnapte dieren moeten direct worden teruggevangen.
Monitoring is belangrijk om de vinger aan de pols te houden. Waarnemingen kunnen worden doorgegeven via waarneming.nl.
Beheersing en bestrijding – Welke methoden zijn er?
Afschot is de meest gebruikte en kosteneffectieve methode om herten, waaronder sikaherten, te beheersen. Er is weinig bewijs dat sikaherten na vestiging volledig uitgeroeid kunnen worden. Een belangrijk aandachtspunt bij sikaherten is kruising met inheemse edelherten, wat genetische vermenging veroorzaakt. Hybriden zijn moeilijk te herkennen en het voorkomen van genetische verspreiding naar inheemse populaties is momenteel niet mogelijk.
In Europa wordt anticonceptie beperkt toegepast via vang-en-injecteer methoden. Hekken en afschrikking kunnen lokaal helpen om (vraat)schade te verminderen.
Informatie over mogelijke beheermaatregelen is te vinden in dit Engelstalige rapport voor de Europese Commissie.
Waarnemingen kunnen worden doorgegeven via waarneming.nl.
Wet & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?
Sikahert staat sinds augustus 2025 op de Unie-lijst van zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Dat betekent dat er een Europees verbod van kracht is op bezit, handel, kweek, transport en import van de soort. Daarnaast geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. Als dat niet mogelijk is, moet de populatie zo worden beheerd dat verspreiding en schade zoveel mogelijk worden voorkomen.
Sikahert staat niet op de huis- en hobbydierenlijst. Dit houdt in dat er in Nederland al sinds 1 juli 2024 een verbod geldt op het fokken met deze soort.
Het houden van de soort is alleen mogelijk voor (wetenschappelijk) onderzoek of als ‘ex-situ bewaring’: het houden van soorten buiten hun natuurlijke leefomgeving. Hiervoor moet een vergunning worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Waar vind ik meer informatie?
Leadfoto: Lilly M, Wikimedia Commons, 2007
Gepubliceerd 9 September 2025